Aansprakelijkheid school voor ongeval gymles

Aansprakelijkheid school voor ongeval gymles

Rechtbank Zwolle 16 juni 2009

Op 20 januari 2004 nam een brugklasleerlinge van 14 jaar oud, deel aan een gymles onder leiding van een docente lichamelijke oefening. De gymles vond plaats in een gymnastieklokaal van de Van der Capellen Scholengemeenschap te Zwolle, een openbare school voor vmbo, havo en atheneum. Die dag bestond de gymles uit een oefening bekend als ‘de strijd der titanen’; zij werd door de docente ‘worstelen’ genoemd. Bij dit stoeispel zitten twee leerlingen op hun knieën op een mat tegenover elkaar en moeten zij elkaar van die mat af duwen. De leerlinge heeft het stoeispel met een jongen gedaan. Direct na afloop is de leerlinge onwel geworden, waarbij zij kort het bewustzijn heeft verloren. De docente, door medeleerlingen gewaarschuwd, heeft het meisje naar de kleedkamer gebracht. Vervolgens heeft zij de les afgemaakt. De leerlinge is door de conciërge naar een huisarts gebracht en na doorverwijzing is in het ziekenhuis vastgesteld dat het meisje nekletsel had opgelopen. Het nekletsel heeft nadien geleid tot operatief ingrijpen, waarbij de tussenwervelschijf tussen de vierde en de vijfde halswervel is weggenomen en een botspaan uit de bekkenkam is ingebracht. Het meisje is voor 80-100% arbeidsongeschikt verklaard in de zin van de Wajong. De leerlinge heeft de school als werkgever voor de fout van haar docente aansprakelijk gesteld tot vergoeding van haar schade.

De rechtbank oordeelt als volgt. Op de docente rust een bijzondere zorgplicht ten aanzien van de veiligheid en gezondheid van haar leerlingen, welke zorgplicht bij bewegingsonderwijs, waarbij het risico op (ernstig) letsel  aanzienlijk is, als nog zwaarwegender is te kwalificeren. Gecombineerd met het feit dat de leerlingen het stoeispel voor de eerste keer zouden gaan doen, had dit een extra reden moeten zijn voor de docente om die oefening goed voor te bereiden en te instrueren door middel van adequate veiligheidsinstructies. Nu bij zo’n stoeispel waarbij veelvuldig lichaamscontact plaatsvindt, gemeld risico op (ernstig) letsel op zichzelf niet altijd is te vermijden, is het treffen van bijzondere maatregelen ter voorkoming of beperking daarvan geboden.

De instructies die de docente heeft gegeven ter inleiding van het stoeispel zijn naar het oordeel van de rechtbank als te algemeen en niet voldoende concreet aan te merken, aangezien daarbij weinig aandacht is geschonken aan de vraag welke stoeihandelingen wel en welke niet zijn toegestaan. Weliswaar zou gezegd zijn dat er niet “gekrabd, gebeten, gekieteld, geslagen of geschopt” mocht worden, doch er zijn geen instructies gegeven waarbij het vastpakken en klemmen van het hoofd en het overstrekken van gewrichten werd verboden. Evenmin is gebleken dat de in het werkboek Bewegingsonderwijs voor de basisvorming gegeven overige algemene aanbevelingen met betrekking tot stoeien door docente ter harte zijn genomen, zoals het stoeien in tweetallen van gelijk(e) lengte en lichaamsgewicht en het feit dat het aanraken bij stoeiactiviteiten ‘problemen’ kan opleveren, waarbij onder meer als reden wordt gegeven het verschil jongen-meisje en culturele achtergrond. Wat dat aangaat is van belang dat de leerlinge heeft aangevoerd dat de jongen fysiek sterk is en (destijds) op kickboxen zat.

Door het stoeien op vijf matten tegelijkertijd te laten plaatsvinden staat verder vast dat de docente niet in staat was het gebeuren op elke mat tegelijkertijd voldoende in de gaten te houden. De rechtbank oordeelt daarom dat onvoldoende maatregelen zijn getroffen om de kans op letsel zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Daarmee is de onrechtmatigheid van het handelen van de docente gegeven en dus ook aansprakelijkheid van de school.

Volledigheidshalve overweegt de rechtbank verder dat de docente wist dat het meisje kort haar bewustzijn had verloren en zij had haar daarom eerste hulp moeten verlenen conform de EHBO-voorschriften dan wel de gedragscode voor de beroepsgroep. Uit deze voorschriften blijkt dat iemand die bewusteloos is geweest – en ook wanneer deze persoon is bijgekomen – niet verplaatst mag worden en dat er direct deskundige hulp bij moet worden geroepen. Dit is niet gebeurd, en hierdoor heeft de docente – daargelaten wat daarvan de gevolgen zijn geweest – in zoverre onvoldoende (na)zorg betracht.

Tip: Een jammerlijk ‘schoolvoorbeeld’ van concrete hantering van de criteria die bepalen welke zorgvuldigheidsnorm in het ongevallenrecht wordt aangelegd: de aard van de gedraging, de ernst van de gevolgen, de bezwaarlijkheid van voorzorgsmaatregelen en de kans op schade.